De kredietcrisis raakt in de luwte, maar daarvoor is een nieuwe boeman in de
plaats gekomen: inflatie. Ofwel stijgende prijzen van goederen en diensten
die de koopkracht aantasten.
Vooralsnog gaat het vooral om dure benzine en stijgende melk- en broodprijzen.
Maar centrale bankiers zijn als de dood dat deze grondstof-inflatie een
algehele prijsstijging uitlokt.
Op Zimbabwaanse taferelen van 150 duizend procent inflatie, hoeven we in
Nederland niet te rekenen. Maar als de inflatie oploopt van 2 naar 4
procent, maakt dat toch al verschil. Hoe ga je daarmee om als financiële
consument?
Sparen: let op de echte rente
Inflatie is de natuurlijke vijand van spaarders. Geld dat staat te verpieteren
bij stijgende prijzen wordt automatisch minder waard. Spaarders moeten niet
alleen letten op de rente waarmee banken adverteren, maar deze corrigeren
voor de inflatie. Ofwel een toprente van vijf procent zorgt bij een inflatie
van 2,3 procent voor een ‘reële’ opbrengst van 2,7 procent. Minus de
vermogensbelasting van 1,2 procent blijft er netto 1,5 procent over.
Cruciaal voor de spaarder is dat de bankrente in de pas blijft lopen met de
verandering van de inflatie. De spaarrente lang vast zetten, is riskant in
tijden dat de inflatie uit de hand dreigt te lopen. Een variabele rente die
mee omhoog gaat als de inflatie stijgt, biedt betere bescherming.
Voor de meer speculatief ingestelde spaarder is de 'piek' van de inflatie wel
interessant. Zolang de inflatie en de variabele rentes stijgen, wil je
meeliften met elke renteverhoging. Maar als inflatie en rente op topniveaus
zitten, zoals begin jaren tachtig met tarieven van meer dan tien procent,
wordt het wel aantrekkelijk om de spaarrente langer vast te zetten.
Als de rente lang vast staat, en de inflatie neemt af, zit je immers voor
jaren gebeiteld. Helaas is goed timen vooral een kwestie van geluk.
Schuld verdampt, of niet
In tijden van inflatie wordt geld minder waard, en dat geldt in principe ook
voor schulden zoals de hypotheeklening. Vol in de schuld dan maar? Dat hangt
ervan af... In theorie kun je beweren dat een schuld van 100 duizend euro
bij een inflatie van 4 procent, na vijf jaar 'voelt' als 82 duizend euro. Of
dat echt zo is, hangt mede af van woningprijzen en de inkomensgroei.
Als de huizenprijzen en lonen inderdaad meegaan met de inflatie, verdampt de
waarde van de schuld. Maar als de economie stagneert terwijl peperdure olie
voor inflatie zorgt, zoals in de jaren zeventig, gaat dat niet op.
Zodra lonen de inflatie niet meer bijhouden, schiet je weinig op met een
schuld die 'op papier' minder waard wordt. Ten minste, als je financiële
ruimte probeert te scheppen om schuld daadwerkelijk af te lossen. En bij
dalende huizenprijzen is een hoge hypotheekschuld geen pretje.
Belangrijkste schulddemper is de te betalen rente. Zet je de hypotheekrente
voor lange tijd vast, terwijl de inflatie in de lift zit, dan hou je de
maandlasten in elk geval constant.
Spaarhypotheken kennen na tien jaar bovendien een dempend effect. Bij deze
hypotheekvorm stort je maandelijks een bedrag in een spaarpot die dezelfde
rente biedt als de te betalen hypotheekrente.
Word je na een rentevaste periode van tien jaar bij het oversluiten
geconfronteerd met een hogere hypotheekrente, dan gaat de spaarrente
eveneens omhoog. Dit betekent dat je met een lagere inleg in de spaarpot een
vergelijkbaar eindbedrag kunt halen. Kortom, hogere rentelasten worden deels
gecompenseerd door een lagere spaarinleg.
Beleggen: zoek dekking
Beursgoeroes zitten nooit verlegen om advies, ook niet als inflatie de kop op
steekt. Bekende suggestie voor aandelenbeleggers is: kies bedrijven met
marktmacht die hogere inkoopprijzen kunnen doorberekenen naar de klant. Of:
steek geld in de bron van inflatie, dat wil zeggen in grondstoffen zoals
olie. Of: koop obligaties waarvan de rentevergoeding gekoppeld is aan de
inflatie.
Klinkt mooi, maar inflatie blijft een gesel voor beleggers. De Amerikaanse S&P-500
index leverde aandelenbeleggers in de inflatierijke jaren zeventig per saldo
geen rendement op.
De olieprijs ging tussen 1970 en 1980 bijna twaalf keer over de kop en bood
tegenwicht voor de kwakkelende aandelenmarkt. Hoe dat dit keer uitpakt, is
echter lastig te zeggen.
Sinds 2002 is de olieprijs verzevenvoudigd, van 20 dollar naar bijna 140
dollar per vat. Meningen genoeg over waar de olieprijs dit keer piekt, maar
het blijft een kwestie van stevig gokken.
Zuinig loont
Dubbel glas en isolatie om de verwarmingskosten te drukken, een zuinige
douchekop, de tv uitzetten en niet uren op de standby laten staan,
autobanden oppompen, en in de supermarkt niet alleen in middenschap kijken,
maar ook laag en hoog waar de echte koopjes staan. Zuinigheidstips helpen
ook tegen inflatie.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl